Spreuken deel 4


Allemaal spreuken uit het boekje 'Als je niet kunt verliezen, kun je ook niet winnen' van Mik Schots & Jan Luitzen

Wie niet start, kan niet winnen (Johan Museeuw)

Een wiel kan ook de verkeerde kant op rollen (Peter Ouwerkerk)

Een ploegleider is zo goed als de renners met wie hij werkt (Jean-Luc Vandenbroucke)

Op het moment dat je zelf de tactiek gaat bepalen, komt de ploegleider naast je rijden om te zeggen wat je moet doen. Wielrennen is een sport van knechten. (Maarten Ducrot)

Waar het om gaat is veel rust, goed eten en drinken, goede training én het kleinste verzet. Dan spaar je je lichaam. Pas als je vier longen en twee harten hebt, moet je dat veranderen (Gerrit Schulte)

Nu vallen ze stil...en dan tak! Gaan! Je moet dan je hol openzetten en gewoon naar huis rijden tot je kapot terug op je zadel valt. (Gerben Karstens)

Wie wil winnen is moeilijk tegen te houden (Djamolidine Abdoesjaparov)

Van de pijn alleen het genot onthouden. Dat is moraal. Dat was mijn moraal. En als ik die pijn dan de baas werd, was ik trots. (Peter Post)

Vallen hoort bij wielrennen zoals wenen bij de liefde (Johan Museeuw)

Een voetballer die valt schreeuwt om zijn moeder, een wielrenner die valt schreeuwt om een nieuwe fiets (Gerrie Knetemann)

Coppi heeft nooit een kruisteken gemaakt. God heeft wel wat beters te doen dan een wielrenner te helpen (Fausto Coppi)

Hoog in de bergen in mijn eentje sterven en dan de pijltjes volgen. (Gert-Jan Theunisse)

Opgeven doe je omdat je niet verder kan. Stoppen omdat je het zelf wil (Andrei Tchmil)

Wielrennen heeft alles met jeugd te maken, met opgeschorte volwassenheid. De dood heerst op een andere planeet. Een sleutelbeenbreuk is een futiliteit, een schaafwond een troffee. (Peter Winnen)

De sneeuw werd zwart voor m'n ogen. (Henny Kuiper)

Dat is de heroïek van het koersen; dat je door het slijk de hemel kunt bereiken. (Joris Denoo)

Jonge renners kunnen beter uitvluchten verzinnen dan afzien. (Henk Lubberding)

Niets sist zo mooi als de lekke band van een concurrent. (Tim Krabbé)

Heren maken zichzelf, knechten worden geboren. (Peter Post)

Het laatste wat een rennersvrouw moet doen is hem vergezellen naar de koers. Een arbeider neemt zijn vrouw toch ook niet mee naar de fabriek? (Lomme Driessens)

Natuurlijk tellen prestaties, maar je kunt er bij de bakker geen brood van kopen. (Gerrie Knetemann)

Als je een ezel een pilletje geeft gaat hij toch ook geen paardenkoers winnen? (Roland Liboton)

De verzorger hoeft er alleen maar suikerwater in te doen. De rest stop ik er zelf wel bij. (Wout Wagtmans)

Kijk, iedere renner weet dat het slecht is, maar behoefte aan doping heeft te maken met het eeuwigdurende verlangen naar zekerheid. Met niks anders. (Fedor den Hertog)

Als ze nog veel sporters gaan betrappen en schorsen zitten de apotheken straks zonder werk. (Raf Coppens)

In een lange etappe kun je fouten herstellen. In een tijdrit niet. (Erik Breukink)

Om te sprinten moet je niet gek zijn, maar het helpt wel. (Walter Godefroot)

Behalve snel spurten kan ik niets. Tenzij ik misschien een voorstel krijg om mee te spelen in een pornofilm (Mario Cipollini)

Mooie massasprints hebben een verhaal. Ze zijn wild, wreed of sterven in schoonheid. Soms gaat het mis en vliegen fietsen metershoog door de lucht. Je ruikt de geur van schaafwonden en hoort het kermen van het asfalt. (Mart Smeets)

Klimmen is een ritme, een roes, je moet de protesten van je organen in slaap wiegen. (Tim Krabbé)

Tot op duizend meter kon ik de klimmers volgen. Maar dan kreeg ik hoogtevrees. (Rudy Altig)

De blijdschap om de gratis snelheid is sterker dan de angst om te vallen. (Bert Wagendorp)

We zeggen altijd; Als een Hollander u niet heeft gekloot, is hij het vergeten. (Albert van Damme)

Wie vandaag zegt; "Ik lus geen Boonen" krijgt een draai om zijn oren. (Dagblad De Morgen na WK winst door Tom Boonen)

 

Terug naar de beginpagina